Materieel
Dit onderdeel van Kennisbank NEN 1010 behandelt de keuze en de installatie van elektrisch materieel en geeft uitleg over de beschermingsmaatregelen inzake veiligheid, de eisen voor de goede werking gebruik van de installatie en de eisen inzake de te verwachten uitwendige invloeden.
Kabels en aanleg
Stoorstromen omleiden
Veel EMC-problemen ontstaan doordat lange kabels of losse aardingsstructuren gemakkelijk storingen oppikken en stoorstromen naar gevoelige elektronica voeren.
Lees meer over Stoorstromen omleiden >>Kabelmantels afmonteren in de praktijk
Een van de meest voorkomende manieren in de praktijk om kabelmantels te aarden aan een apparaatkast, is met een aardstrip in de kast.
Lees meer over Kabelmantels afmonteren in de praktijk >>Algemene kenmerken van een installatie
Uitwendige invloeden
In deel 5 van de NEN 1010 zijn alle uitwendige invloeden opgenomen. Waar mogelijk zijn ze gekoppeld met een beschermingsmaatregel. Voor het ontwerp van een installatie is het noodzakelijk de uitwendige invloed vast te leggen.
Lees meer over Uitwendige invloeden >>Voedingsbronnen
Bij de voedingsbronnen kan gekeken worden naar de aansluiting op het openbare net of naar voedingsbronnen voor veiligheidsdoeleinden of reservedoeleinden.
Lees meer over Voedingsbronnen >>Compatibiliteit
De toepassing van elektrisch materieel kan een ongunstige invloed uitoefenen op de voedende spanning. Grote aanloopstromen zorgen voor een spanningsdaling, die nadelig kan zijn voor gevoelige apparatuur.
Lees meer over Compatibiliteit >>Kwaliteitsvereisten voor geleverde spanning
Met de kwaliteit van de geleverde energie wordt in de netcode voornamelijk de kwaliteit van de geleverde spanning bedoeld. Veelal wordt hiervoor ook de term power quality gebruikt (zie ook Voorwaarden voor alle aangeslotenen).
NEN 1010 en Power Quality
De NEN 1010 wordt veel gebruikt bij het ontwerpen van een installatie (ontwerprichtlijn), terwijl Power Quality-aspecten vooral naar voren komen bij aanpassingen aan een installatie (vanwege problemen door een verkeerd ontwerp).
Lees meer over NEN 1010 en Power Quality >>De sterkte van het elektriciteitsnet
Een belangrijke factor bij het bepalen van mogelijke problemen met inschakelstromen, stroomvariaties en harmonische stromen is de sterkte van het net. Deze kan worden uitgedrukt in aanwezig kortsluitvermogen of impedantie. In dit artikel zal worden toegelicht waarom het belangrijk is te weten welke impedantie op uw aansluitpunt aanwezig is.
Lees meer over De sterkte van het elektriciteitsnet >>Energieverliezen in een installatie beperken
Energieverliezen in een installatie zouden met het oog op het efficiënt gebruiken van de elektrische energie, maar ook gedreven door kostenbesparingen, moeten worden beperkt. Om handvatten te geven voor minimalisatie van de energieverliezen kan worden gekeken naar:
Lees meer over Energieverliezen in een installatie beperken >>Harmonischen
Leidingberekening en harmonischen
Een leidingberekening waarmee de benodigde leidingdoorsnede wordt berekend, kent vele variabelen zoals:
- de omgevingstemperatuur,
- de ligging,
- het aantal kabels bij elkaar
- het aantal belaste aders.
Overbelasting van een transformator
Een transformator is een van de meest betrouwbare componenten in een installatie. Een langdurige overbelasting kan de levensduur van de transformator ernstig verkorten of de transformator zelfs beschadigen. Dit moet dus worden voorkomen. Er moet worden gelet op het totale schijnbare vermogen en de harmonische stromen die de transformator voor zijn kiezen krijgt!
Lees meer over Overbelasting van een transformator >>Leidingsystemen
Leidingen
De leiding is nodig voor het transport van elektriciteit en daarmee een van de belangrijkste componenten van de installatie. Hieronder wordt voornamelijk ingegaan op de (kleur)codering, de beveiliging en de keuze van de leiding en leidingdoorsnede.
Lees meer over Leidingen >>Case: Warmteweerstand van de grond
In de bijlage 52.B van NEN 1010:2015 staat in 52.B.3 dat bij de aanleg van kabels in de grond rekening moet worden gehouden met de warmteweerstand van de grond. In de norm wordt standaard uitgegaan van een warmteweerstandscoëfficiënt van 2,5 K.m/W.
Lees meer over Case: Warmteweerstand van de grond >>Case: Geluidsinstallaties
Geluidsinstallaties moeten voldoen aan de NEN 1010. Dit is af te leiden uit de bepalingen 11.1 en 11.2. Een geluidsinstallatie is een elektrische installatie die kan voorkomen in gebouwen of op terreinen en die bestaat uit stroomketens met een nominale wisselspanning van hoogste 1000 Volt. In blad 8 van de NPR 5310 wordt hier dieper op ingegaan.
Lees meer over Case: Geluidsinstallaties >>Besturings- en beveiligingstoestellen, schakelaars en scheiders
Aardlekbeveiliging
De NEN 1010 kent de begrippen aardlekbeveiliging en aardlekschakelaar. De functie van beide componenten is hetzelfde, de constructie is verschillend. Hoe het om te beginnen zit met de functie, is hieronder te lezen.
Lees meer over Aardlekbeveiliging >>Automaten
De functie van automaten is veelzijdig. De automaat kan dienst doen als:
- lastschakelaar;
- lastscheider;
- beveiliging tegen overbelasting;
- beveiliging tegen kortsluiting.
Schakelaars en scheiders
Uitgangspunt bij het toepassen van schakelaars en scheiders in een installatie, is dat de bedienings- en elektrotechnische werkzaamheden veilig kunnen worden verricht. Ook moeten elektrische gevaren die ontstaan door kortsluiting en elektrocutie en gevaren die ontstaan door onverwachte in- of uitschakeling worden voorkomen.
Lees meer over Schakelaars en scheiders >>Schakel- en verdeelinrichtingen
Voor geprefabriceerde schakel- en verdeelinrichtingen bestaat een afzonderlijke norm, de NEN-EN-IEC 61439. Daarnaast zijn er echter in de NEN 1010 diverse bepalingen opgenomen:
Lees meer over Schakel- en verdeelinrichtingen >>Smeltveiligheden
De werking van smeltveiligheden behoeft verder geen toelichting. Van belang is wel de uitschakelkarakteristiek van deze beveiligingstoestellen in verband met de beveiliging van leidingen en de bescherming tegen indirecte aanraking.
Lees meer over Smeltveiligheden >>Veiligheidsvoorzieningen
Er kunnen verschillende redenen zijn om noodstroominstallaties toe te passen, bijvoorbeeld waarborgen van de veiligheid van personen en dieren en/of waarborgen van continuïteit van processen. Vaak worden beide in één adem noodstroominstallaties genoemd, terwijl er technisch gezien grote verschillen kunnen zijn.
Lees meer over Veiligheidsvoorzieningen >>Vermogensschakelaars
Een installatieautomaat is een vermogensschakelaar voor de kleinere vermogens. Voor de grotere vermogens zijn er talloze typen vermogensschakelaars met elk hun eigen mogelijkheden en karakteristieken.
Lees meer over Vermogensschakelaars >>Aardingsvoorziening
Aardingsvoorzieningen inzetten
Aardingsvoorzieningen worden gebruikt voor diverse doeleinden.
Lees meer over Aardingsvoorzieningen inzetten >>Toepassingen van aardingsvoorzieningen
Een goede aardingsvoorziening voorkomt problemen. Hier worden de verschillende toepassingsmogelijkheden voor aardingsvoorzieningen besproken:
Lees meer over Toepassingen van aardingsvoorzieningen >>Aarding, stroomstelsels
Bij het ontwerpen van een installatie moet in eerste instantie een oordeel worden gevormd over de omstandigheden waarin de installatie moet functioneren.
Verder is een goede aardingsvoorziening de basis voor een goed functionerende installatie.
Lees meer over Aarding, stroomstelsels >>Eenpuntsaarding
In dit onderdeel van de kennisbank wordt besproken hoe EMC-correcte aardingssystemen, zoals meerpuntsaarding en hybride aarding, werken.
Er wordt ingegaan op het verouderde concept van eenpuntsaarding (steraarde, systeem met centraal aardpunt).
Lees meer over Eenpuntsaarding >>Meerpuntsaarding
In een meerpuntsaarding, of vermaasd aardingssysteem, worden aardgeleiders op zoveel mogelijk plaatsen met elkaar verbonden. Ook de wapening of staalstructuur van een gebouw wordt hierin meegenomen.
Lees meer over Meerpuntsaarding >>Kabels en aanleg: aardretour in kabel
Stoorspanningen kunnen laag worden gehouden door een aarddraad parallel aan de signaaldraad te voeren.
Kabels en aanleg: aardretour in kabel >>Kabels en aanleg: EMC-kwaliteit van kabelmantels
In Kabels en aarleg: aardretour in kabels is te lezen dat kabelmantels stoorspanningen kunnen verlagen. Dit is alleen waar als een kabelmantel aan het uiteinde goed wordt afgemonteerd.
Lees meer over Kabels en aanleg: EMC-kwaliteit van kabelmantels >>Kabels en aanleg: buizen voor bescherming van kabels
Buizen bieden optimale bescherming van kabels. Het EMC-gedrag van buizen wordt besproken in dit onderdeel van de kennisbank.
Lees meer over Kabels en aanleg: buizen voor bescherming van kabels >>Kabels en aanleg: bescherming door aluminium kabelgoten
In de installatiepraktijk zijn buizen voor bescherming van kabels lastig toe te passen. Meestal worden er wel kabeldraagsystemen gebruikt, zoals kabelgoten en kabelladders.
Lees meer over Kabels en aanleg: bescherming door aluminium kabelgoten >>Kabels en aanleg: bescherming door stalen kabeldraagsystemen
De meeste kabeldraagsystemen zijn niet gemaakt van aluminium maar van plaatstaal. Het belangrijke verschil met aluminium is dat plaatstaal een magnetisch materiaal is. Dat wil zeggen dat de weerstand voor de magnetische veldlijnen lager is: het magnetische veld zal ‘liever’ via het metaal lopen dan door de lucht. De relatieve permeabiliteit (vrij vertaald: magnetische geleidbaarheid) µr van magnetische materialen is hoger dan 1. In geval van twijfel kunnen we met een magneetje gemakkelijk testen of een goot van magnetisch materiaal is gemaakt. Een magneetje blijft er dan op kleven.
Lees meer over Kabels en aanleg: bescherming door stalen kabeldraagsystemen >>Aardingsvoorziening bij grotere aansluitingen
Elke installatie moet in het belang van de veiligheid worden uitgerust met een aardingsvoorziening. Deze aardingsvoorziening zorgt voor automatische uitschakeling van de voeding bij een defect in de installatie.
Lees meer over Aardingsvoorziening bij grotere aansluitingen >>Case: Aarden voor bliksembeveiliging
Verticale bliksemontladingen zoeken zich een weg van de wolken naar aarde. Als er een gebouw in dit pad staat levert de grote stroom van de bliksemontlading een fikse schade op. Een bliksembeveiliging met een goede aardingsinstallatie kan deze schade voorkomen.
Lees meer over Case: Aarden voor bliksembeveiliging >>Case: Aarden voor EMC
Een modern elektrisch en/of elektronisch systeem mag geen storingen veroorzaken en moet bestand zijn tegen storingen die van buitenaf in het systeem terechtkomen.
De overdracht van storingen kan op twee manieren gebeuren:
- via galvanische koppeling;
- via een koppeling door middel van elektromagnetische velden.
Case: Aarden voor statische elektriciteit
Statische elektriciteit is, met betrekking tot aarding, een apart geval. In een procesinstallatie met een vaste opstelling is het voldoende om alle systeemdelen (maar dan ook alle!) onderling en met aarde te verbinden om elektrostatische oplading te voorkomen. Als het personeel dan ook nog veiligheidsschoenen (halfgeleidend) draagt, kan er weinig meer gebeuren.
Lees meer over Case: Aarden voor statische elektriciteit >>Case: Geïntegreerde aardingssystemen
Het belangrijkste deel van een aardingsinstallatie zit boven de grond. De lay-out van de aardingsbekabeling bepaalt hoofdzakelijk de kwaliteit van het aardingssysteem. Hoe groter het systeem wordt, hoe meer het accent op deze bovengrondse lay-out komt te liggen.
Lees meer over Case: Geïntegreerde aardingssystemen >>Overig elektrisch materieel
Laagspanningsopwekeenheden
In toenemende mate worden er laagspanningsopwekeenheden geplaatst in installaties.
Lees meer over Laagspanningsopwekeenheden >>Stuurstroomketens
In de NEN 1010 zijn in rubriek 557 bepalingen opgenomen voor stuurstroomketens. Bij deze bepalingen wordt een onderscheid gemaakt in:
Lees meer over Stuurstroomketens >>